De spinthoutkever  (Lyctus spp.)

Spinthoutkevers behoren tot de familie van boorkevers, deze naam dragen ze omdat ze gangen in hout boren. Spinthoutkevers worden aangetroffen in opgeslagen en verwerkt spinthout van loofhoutbomen, zoals eiken en essen. Daarnaast komen ze ook voor in een aantal tropische houtsoorten: bamboe, rotan, limba en meranti. Het spinthout dat ze aantasten bevindt zich in de buitenste ringen van de boom, rondom het kernhout. Het heeft een kenmerkende zachte structuur en wijde vaten. Hoe meer zetmeel en hoe droger het hout, des te vatbaarder het is voor aantasting door larven van spinthoutkevers.  Omdat ze uitsluitend het zetmeelrijke “spint” van loofhoutsoorten aantasten dat vaak verwerkt is in parketvloeren, worden deze kevers ook wel parketkevers genoemd. De soort die in Nederland het meest wordt aangetroffen, is de bruine spinthoutkever.

Kevers ondergaan een ontwikkeling in 4 stadia: ei–larve–pop–adult. De tijd die de larve in het hout doorbrengt, bedraagt gemiddeld 10-11 maanden. Als de kever het hout verlaat, ontstaat een ronde uitvliegopening met een doorsnede van 1-2 mm. Meestal zijn de uitvliegopeningen iets kleiner dan bij de gewone houtworm. Nieuwe uitvliegopeningen en vers boormeel duiden op een actieve aantasting van het hout.

Uiterlijke kenmerken:

  • roodbruin  / zwart van kleur
  • langwerpig dun lijf met dekschilden en een fijne beharing
  • twee tasters op de kop
  • 2 tot 7 mm groot

Schade

De spinthoutkever tast (on)verwerkt loofhout aan. Door objecten te behandelen met verf, beits of lak worden ze beschermd tegen aantasting.. Het hout is beschermd als het overal is voorzien van een dekkende laag. Deze houtwormen worden gevonden in bijvoorbeeld parketvloeren, betimmeringen, schilderijlijsten en multiplex. Voor u overgaat op een houtwormbestrijding, is het van belang om eerst na te laten gaan of de sterkte van het hout nog voldoende is. Houtwerk van onvoldoende sterkte moet vervangen worden.

Neem contact op